Strandkwal(l)en

“Are you an artist?”

Ik heb de vraag niet eens gehoord. De klanken worden opgezogen door de wind, die speels door de rieten parasol rammelt, en de witte golven die schuimig een kluwen zeewier over de keitjes rollen.

De man staat een paar passen van mijn strandbed en herhaalt zijn vraag. Eigenlijk is die vraag niet bijster origineel, ik zit bij afwisseling wat te schetsen, nadat ik Pompeii heb uitgelezen en derhalve al een paar dagen angstvallig de bewegingen en de kleur van de zee in de gaten heb gehouden, de vlucht van de vogels heb geanalyseerd, de geluidssterkte van de wind heb vergeleken en verdachte watermuren aan de horizon heb liggen afspeuren.

“No, I am not. He is the artist.”

Hij volgt mijn hoofdknik en blik richting Grom, die uitgeteld aan mijn voeten ligt, waar hij zijn lounger haaks op de mijne heeft geplaatst. Hij heeft zijn oortjes in, luisterend naar krek dezelfde deuntjes als tien jaar geleden. Ik heb het altijd een excentrieke gewoonte gevonden, er valt immers zoveel te beleven op een stukje strand waar allerlei vreemde snuiters naast elkaar krioelen als mieren rond een korreltje aardappelchips. If you need music on the beach, you’re missing the point.

Een vlugge blik op de roerloze Grom aan mijn voeteneinde is niet van aard om de man bruusk af te remmen. Ongegeneerd en (vooral) ongevraagd, vertelt hij honderduit over het wanneer, het hoe en het waarom van zijn aanwezigheid op deze idyllische plek. Na een tiental minuten voelt hij het nijpend gebrek aan weerwoord van mijn kant en stapt op.

“What was this all about?” vraagt Grom, bij wie nu enige doorbloeding te merken is. Ik toon hem de frêle vrouwenfiguur die ik geschetst heb. Hij snuift, neemt het tekenblok uit mijn handen en zet in no time een vrouwenhoofd op papier. Medusa, hard, gevoelloos, monsterlijk.

Ik fluister hem toe, dat dit de lelijkste tekening is, die hij ooit heeft gemaakt.

7 reacties

  1. Vanochtend in de tram tegenover mij een dame met een uitgestreken gezicht, naast mij een meneer die naar oud brood ruikt. Daar kan geen strand(k)wal tegenop :-).
    Beetje Medusa in elke vrouw kan geen kwaad. Dat zou Grom toch moeten waarderen.

  2. Vroeger had ik op de fiets ook altijd muziek op, nu luister ik liever naar de vogels en wat ik onderweg nog meer hoor, veel mooier.

Reacties zijn gesloten.