
Rosie had zwaar ingezet op de hoornen komboloi en het juwelensetje die ik op de veilingsite ten voordele van het plaatselijk hondenasiel had geplaatst.
En had die gewonnen.
Met een frons om de neus had ik haar dan ook uitgenodigd om de nu wel kostbare spulletjes op een terrasje in het centrum in ontvangst te nemen. Frons, omdat ik mij glashelder onze eerste ontmoeting herinnerde, waar Rosie vakkundig opgetut en onder invloed verscheen, in de vaste overtuiging dat Grom nog een happy-go-lucky vrijgezel was, of althans by no means gehinderd door enige commitment whatsoever. Volkomen aandoenlijk allemaal.
Zij reageerde meteen. “Saturday morning, right? Is Grom coming with you?”
Ja, hij zou langskomen, wellicht iets later, beloofde ik.
Dat hij elk voorstelbaar excuus had opgediept om onder de afspraak uit te komen, zeg je als weldenkend mens toch niet?
Ik schrok me de pleuris als ik haar op het bankje bij de fontein zag zitten. Rosie?
De vrouw die vorig jaar haar comfortabele job voortijdig was uitgevlucht om eindelijk permanent te kunnen genieten van haar zonovergoten huisje tussen de wijnranken?
De vrouw die eveneens de zoete verleiding van de fles niet had weerstaan en deze eenzame, stille moordenaar als minnaar had genomen?
Met rozige wangen nipte zij aan haar tweede glas wijn, terwijl zij onafgebroken vertelde hoe welstellend zij wel was. Zo en zoveel op de bank in Engeland, zo en zoveel hier op de bank, zo en zoveel geschonken door haar ouders die hun riante huis in Londen hadden verkocht, zo en zoveel nog te verwachten ook. I’m lucky, you know.
Niet in de mogelijkheid het gesprek een andere wending te geven, concentreerde ik me op de grauwe kleur van haar onopgemaakt gezicht, haar lege ogen, haar doffe haren, haar vormeloze, oude groene trui. Haar afgeschilferde goudkleurige nagellak met een vuil randje.
Zoekend naar iets dat mij van haar huge amount of luck kon overtuigen.
Zij zag als eerste Grom het terras opwandelen.
“Hi Rosie, long time no see. How are you?”
“I’m fine, Grom. I’m a millionaire’s daughter”.
Arme vrouw.
Een triest verhaal maar je hebt het geschreven zoals Simon Carmiggelt zijn Kronkels schreef: om van te smullen!
Verloren glorie wat heb je dat gevoelig weten te registreren
Verloren glorie wat heb je dat gevoelig weten te registreren
weemoedig wordt je ervan. wat heb je dat prachtig beschreven. verloren glorie…
ik smul je woorden en zinnen, wat schijf je mooi.
Het thema is intens triestig, en komt zo vaak voor, daar en hier. De ondergang van zoveel mensen, die zichzelf proberen op te peppen….
Arme vrouw, dat zeg je mooi. Bijzonder verhaal.
Zo zie je maar, Renske, iedereen heeft zijn eigen verhaal.
Klopt! Ik ervan om ze te lezen.
Zeer pakkend…
Thanks, Kathleen x
‘de stille moordenaar als minnaar’….een mooie zin,maar een trieste bedoening. 😉
Zeer zeker intriest.
Het werd ons altijd voorgehouden, Lies, geld brengt geen geluk 😀
Her kan verkeren… ?!
Lie(f)s.
Lees ik dit en staar ik even naar mijn glas wijn. Komt niet meer goed denk ik.
Dit zijn mensen die met gemak minstens een hele fles per dag drinken, Bentenge 😉
Erg hé, de meest sociaal aanvaarde drug maakt wrakken van mensen.
Dat heb je mooi beschreven, zowel haar persoontje als jouw aanvoelen.
Slik!
Alsof je met geld de zorgen kan doen verdwijnen die deze verslaving in de hand hebben gewerkt.
So sad!
Een povere poging om zalf op haar wonden te smeren …
Alcoholisme is helaas een wijdverbreid probleem bij expats, vooral bij de vrouwen.
Tiens, en wat is dan het verband? Heimwee? Verveling? Frustratie? Ik ken hier te weinig expats om daar zicht op te hebben.
Ik kan enkele redenen bedenken, ik stuur je een email x