Vrouwendag, en mijn blogazine Talle’s is reeds aan het 15de knipseltje toe.

#15 Really?
Vooruit, op haar aandringen zal ik het maar toegeven. Sinds een paar weken heb ik een tegenhanger, een “klein zusje” zeg maar. Eentje dat geen verhalen schrijft, maar eerder eentje van het type “praatjes-en-plaatjes”.
Artistiek is ze, dat vooral, en een vrouw van weinig woorden. Maar ook iets loslippiger dan Grote Zus. Haar naam is Talle en zij bengelt onder Darling Doormat. Niet dat zij een onderkruipertje is, maar omdat WordPress dat zo heeft beslist.
Darling Doormat’s nieuwste blog “Talle’s” verdient een kans, vind ik zelf. Dat jullie er regelmatig eens doorbladeren zou zij dus echt mieters vinden.
Hier is ze dan, met eeuwige dank : https://tallesarts.com/
Het is een overlevingsmechanisme.
Als je in de Lidl plots een halve Bonenstaak Bob boven “Groenten & Fruit” ziet uittorenen, dan laat je illico je karretje achter en spurt halsoverkop de supermarkt uit. Elke alhier neergestreken Brit kent deze strategie.
Krijgt Bonenstaak Bob je als eerste in de gaten, dan gilt hij je naam zo luid door de drukke winkelgangen, dat elke sterveling zich verschrikt naar je toedraait, vrezend dat je Eerste Hulp nodig hebt.
Ontsnappen is dan uit den boze, je moet en zal op onaangepaste toonhoogte ondergaan hoe pleased hij is je te zien, onherroepelijk gevolgd door een plastische beschrijving van zijn aanvaringen met mede-landgenoten.
In zijn schaduw staat steevast zijn Penny, een blond opdondertje dat zo ongeveer tot zijn middel reikt.
Je wordt zowaar weemoedig bij zoveel ogenschijnlijk introverte onzichtbaarheid. Nooit zegt zij een woord, want dat neemt hij haar meteen af.
Schuw, onooglijk, afhankelijk en engelengeduldig wacht zij tot haren Bob beslist zijn weg langs de wet wipes en Heinz Baked Beans verder te zetten.
Tot Bob op een avond, net als hij in bed wou springen, er naast viel. Morsdood. Het bericht ging als een schokgolf door de gemeenschap.
Wat moet die arme Penny nu zonder hem beginnen? Hoe moet het arme schaap nu overleven? Wat moet de sukkel met dat grote huis? No way dat de stakker het in haar eentje op Kreta kan redden. Surely zal haar zoon, die in Engeland woont, haar na de begrafenis opladen en liefdevol in zijn huis opnemen. Of in een care home onderbrengen.
Zes maanden later.
Ik zit bij “Gregorys” aan het enige tafeltje dat niet door studenten is opgeëist. Een imposante vrouw, zo ontsnapt uit Eastenders, vraagt me of zij met haar vriendin en haar sausage roll aan mijn tafeltje kan plaatsnemen.
Ik herken de vriendin meteen : Penny! Stralend, haartjes in de plooi, brons in het gezicht, blikwaardige cleavage. Voor het eerst hoor ik haar stem als zij honderduit vertelt hoe het haar is vergaan na het schielijk verscheiden van haar luidruchtige Bob.
Ik vind een vrouwtje dat haar mannetje heeft gestaan bij de hele poespas, die je enkel van een doodlopende en takswaanzinnige Griekse administratie kan verwachten. Zij incasseerde de spaarcenten en de levensverzekering, zette het huis op haar naam, verkocht de wagen aan een Hollander, die er geen graten in zag dat de kar niet verzekerd was, en verbroederde met buurvrouw de Eastender, die er evenmin van wakker lag om Penny overal heen te brengen en zich op haar kosten vol te stoppen met romige soezen en krokante snacks.
Over enkele weken vertrekt Penny op vakantie, bij haar zoon. Voor een drietal maanden, rond Pasen is ze waarschijnlijk terug. Ik wed dat hij en aanverwanten Mummy met de nodige weloverwogen égards zullen behandelen.
Veteranen onder ons zullen zich haar blog bubbliciously me (en haar bubbelspassie) nog herinneren en hoe zij onverwachts besloot er een punt achter te zetten. Maar het blogbloed kruipt waar het niet gaan kan, en – gejuich – zij is bloggewijs terug! Onder een andere naam en met evenveel passie! Als de wiedeweerga snel je nu naar LOLA’s nieuwe blog en volg je haar, wellicht is zij op zoek naar jou!
LOLA, wij verwelkomen jou met open armen! Succes!
Mijn maatje Stella onbewaakt op het strand achterlaten is ten stelligste af te raden. Op de kilometerslange ongerepte en nauwelijks betreden zandstrook tref je nogal wat loslopende, veelal mismaakte, gedumpte honden aan. En Stella heeft de onhebbelijke gewoonte, zoniet de onweerstaanbare drang, er minstens eentje in haar wagen te laden.
Vijf heeft zij er inmiddels. In alle maten en van zeer twijfelachtige komaf. Tweemaal per dag hoor ik ze langs mijn straat-zonder-naam wandelen.
Een oorverdovend blaffend kluwen zwarte, bruine, witte poten, staarten en vlekken. Stella stormt er achteraan, afremmend, vijf leidsels in haar handen, in alle richtingen hevig trekkend in een poging haar wilde adoptievelingen uit de grasbermen weg te houden, want daar liggen schorpioenen op de loer.
Eventjes rustig je dagelijks praatje slaan is met zulke ongedisciplineerde meute geen optie.
Elke zaterdagmorgen ga ik dus stipt, met onze gezamenlijke vriendin Cheryl, bij haar op theevisite. Want haar thee is een absolute aanrader, haar zelfgebakken biscuits nog meer.
Bovendien lik ik mijn vingers af bij de heerlijke confrontaties tussen de oerbritse Stella en Cheryl, die Welsh is.
Stella is een zeer zelfstandige, uiterst gereserveerde oudere vrouw en wordt in onze kolonie erg gerespecteerd. Zij was nauwelijks zeventien toen zij de gammele, ouderlijke deur achter zich dichtsloeg en het schip richting VS opklom. Daar had zij een job als nanny aangeboden gekregen.
Veertig jaar bleef zij er. Haar werklust, haar ernst, haar ambities en haar kwaliteiten waren haar werkgever niet ontgaan, en toen zijn kinderen haar dagelijkse toewijding best konden missen, bood hij haar een verkoopfunctie in zijn kledingzaak aan.
Dik vijfentwintig jaar hard labeur en partnervrij leven later, bezat Stella haar eigen zes kledingwinkels, verspreid over verscheidene steden. Die zij op een gunstig moment van de hand deed om naar haar vervreemd geboorteland terug te keren. Zij aardde er niet meer. En volgde algauw het spoor van haar broer.
Anoniem, bescheiden, alleen, heeft zij zich toen genesteld in mijn ingeslapen gehucht, waar ook haar straat geen naam heeft en de jongeren reeds lang weggevlucht zijn. Misschien wel voor het hels kabaal dat haar nu kerngezonde hondentroep pleegt te maken. Of voor het bont allegaartje zwerfkatten dat zich, zo tussen het luie wachten op hun dagelijkse prakje door, in snel tempo rond haar woning blijft voortplanten.
Een sterke, merkwaardige vrouw is Stella. Met een heel groot hart. En een dijk van een levensboek. Niemand zal ooit elke pagina lezen.