
Zonder meer erbarmelijk was het gesteld met het hekwerk rond ons groot terras. Een paar ellendige winters hadden loszittende verf en oprukkend roest achtergelaten. Het was een doorn in Grom’s oog, die, wegens drie maanden in zuurstoftherapie, de aanzienlijke schilderklus zelf niet meer kon klaren.
Ik vatte de oude Apostolis, die de laatste hand legde aan een job bij de buren, bij de kraag. Bekwaam huisjesschilder en -melker als hij is, kwam hij een kijkje nemen, schatte de nodige werktijd in, en zou dit varkentje voor ons wel even wassen voor 100 euro zwart. Op zaterdag konden wij hem verwachten. Hij daagde echter niet op.
Dan maar een plaatselijke bouwondernemer gecontacteerd, die zou vast wel een zo mogelijk nog bekwamere vakman op zijn loonlijst hebben staan. Maar de beoogde Valmir had er geen zin in.
Toen er vorige week een man aan ons hekken stond te rammelen met de vraag onze wagen te verplaatsen, daar hij een nabij muurtje moest schilderen, zag Grom zijn kans schoon. Glunderend, ene Stelios in zijn kielzog, sleurde hij de man het terras op, goot hem een kafedaki op, bezong in zijn koetergrieks diens vermoedelijke kwaliteiten en gooide het zowaar op een akkoordje. Meer nog, Stelios zou ons hekken, dat eigenlijk geen extra laag nodig had, er in één adem wel even bijnemen.
Geluk kan al eens in een verfkwast schuilen. Zoals beloofd, daagde Stelios op en leverde kwalitatief hoogstaand werk af. Sterker nog, ook de relingen naast het hekken stak hij (ongevraagd) in het blauwe kleurtje.
Wij zijn nog steeds niet van onze verbazing bekomen. Acht uren werk, 60 euro. Z.e.s.t.i.g euro! Ik heb Stelios opgenomen in mijn Eervolle-Vermeldingen-Galerij en vraag mij af of de gevel volgend jaar niet onder handen moet genomen worden.