Rock-steady Stella

Photo credits barbarasoleil

Mijn maatje Stella onbewaakt op het strand achterlaten is ten stelligste af te raden. Op de kilometerslange ongerepte en nauwelijks betreden zandstrook tref je nogal wat loslopende, veelal mismaakte, gedumpte honden aan. En Stella heeft de onhebbelijke gewoonte, zoniet de onweerstaanbare drang, er minstens eentje in haar wagen te laden.

Vijf heeft zij er inmiddels. In alle maten en van zeer twijfelachtige komaf. Tweemaal per dag hoor ik ze langs mijn straat-zonder-naam wandelen.

Een oorverdovend blaffend kluwen zwarte, bruine, witte poten, staarten en vlekken. Stella stormt er achteraan, afremmend, vijf leidsels in haar handen, in alle richtingen hevig trekkend in een poging haar wilde adoptievelingen uit de grasbermen weg te houden, want daar liggen schorpioenen op de loer.

Eventjes rustig je dagelijks praatje slaan is met zulke ongedisciplineerde meute geen optie.

Elke zaterdagmorgen ga ik dus stipt, met onze gezamenlijke vriendin Cheryl, bij haar op theevisite. Want haar thee is een absolute aanrader, haar zelfgebakken biscuits nog meer.

Bovendien lik ik mijn vingers af bij de heerlijke confrontaties tussen de oerbritse Stella en Cheryl, die Welsh is.

Stella is een zeer zelfstandige, uiterst gereserveerde oudere vrouw en wordt in onze kolonie erg gerespecteerd. Zij was nauwelijks zeventien toen zij de gammele, ouderlijke deur achter zich dichtsloeg en het schip richting VS opklom. Daar had zij een job als nanny aangeboden gekregen.

Veertig jaar bleef zij er. Haar werklust, haar ernst, haar ambities en haar kwaliteiten waren haar werkgever niet ontgaan, en toen zijn kinderen haar dagelijkse toewijding best konden missen, bood hij haar een verkoopfunctie in zijn kledingzaak aan.

Dik vijfentwintig jaar hard labeur en partnervrij leven later, bezat Stella haar eigen zes kledingwinkels, verspreid over verscheidene steden. Die zij op een gunstig moment van de hand deed om naar haar vervreemd geboorteland terug te keren. Zij aardde er niet meer. En volgde algauw het spoor van haar broer.

Anoniem, bescheiden, alleen, heeft zij zich toen genesteld in mijn ingeslapen gehucht, waar ook haar straat geen naam heeft en de jongeren reeds lang weggevlucht zijn. Misschien wel voor het hels kabaal dat haar nu kerngezonde hondentroep pleegt te maken. Of voor het bont allegaartje zwerfkatten dat zich, zo tussen het luie wachten op hun dagelijkse prakje door, in snel tempo rond haar woning blijft voortplanten.

Een sterke, merkwaardige vrouw is Stella. Met een heel groot hart. En een dijk van een levensboek. Niemand zal ooit elke pagina lezen.