Ochtendlijk Geprikkel

Ik haat cactussen. Grom heeft er een onverwoestbaar zwak voor, dus binnen, in, aan, op, naast, onder, tussen en langs onze wallen zal je deze prikkerds in diverse formaten aantreffen.

Ik ben haatdragend genoeg om ze elke vorm van genegenheid te ontzeggen, maar dan weer niet zo’n onmens, dat ik niet vertederd kan staan trillen als er eentje een sporadische bloem opengooit.

Zo ver kan mijn vertedering voor deze last minute bloemen zelfs reiken, dat ik mij, in de overtuiging dat op dit ontiegelijk vroege uur enkel de slaaploze krekels klaarwakker zijn, even de straat in waag om pijlsnel een foto te maken van zo’n kleurenexplosie.

In mijn nachthemdje. Dat bovendien doorschijnend is.

Sta ik me daar wijdbeens de juiste invalshoek te kiezen, rukt mijn overbuufje plots haar voordeur open; luidkeels kalimera-end wenkt zij me binnen.

Ik zwier in alle haast nadrukkelijk het hemdje links en rechts om mijn lijf, zodat zij kan zien dat ik eigenlijk niets om het lijf heb. Drie volle minuten wring ik mij in zulke vernederende bochten, het mag niet baten.

Met beide armen voor mijn borst, zit ik nu op haar beste stoel. Dat weet ik, want er hangt een gehaakt doekje over. Zij maakt een kafedaki voor me klaar, dit wordt geheid zo straf, dat mijn titties nu zullen staan waar een décolletébesparende ingreep jammerlijk faalde.

Eleni diept haar Sint-Marina-brood uit een plastic zakje. Die heilige werd gisteren uitbundig in het dorp gevierd, geen idee wat Marina zaliger daarvoor heeft moeten presteren.

Ik moet het brood in mijn koffie soppen, maant Eleni me in flink koetergrieks aan. Er volgen koekjes, die ik niet lust. Ik maak Eleni duidelijk dat ik al ontbeten heb, waarop zij nog een paar hompen Myzithra-kaas naast de koekjes legt.

Ik durf nauwelijks naar de batterij familiefoto’s kijken, die kriskras aan de muren genageld zitten. Of die in niet-passende lijstjes op haar uitzetkast staan. Ik weet immers, dat zij de hele familiesaga uit de doeken zal doen.

Wat zij ook doet. Ik knik soms, ik beaam nog vaker, ik trek ook al eens grote ogen, ik versta er geen barst van en vraag me af wanneer ik met enig fatsoen afscheid kan nemen.

Plots verdwijnt Eleni naar de slaapkamer. Ik hoor laden schuiven, kastdeuren opengaan. Jeetje, dit is niet het moment waarop ik door de openstaande deur kan vluchten.

Fier als een Griekse gieter overhandigt zij mij zo’n zakdoekje, waar zij eigenhandig een fijn randje om heeft gehaakt. Een allesomvattende geur van overjaarse mottenballen maakt mij ellendig.

Voor jou”, zegt zij. “Ik hou zoveel van jou”.

Ik hou ook van jou, Eleni”.

Ik neem me voor, een aquarelletje voor haar te maken. Met vogeltjes, vlinders en bloemen.

Heuse bloemen, niet van die kutte cactusbloemen.

31 reacties

  1. Ach je smelt toch zo weg met zo’n buurvrouwtje 🥰 O nee, wacht, jij van schaamte 😉😅 Maar je hebt wel een mooie foto 😘

    1. Heerlijk levendig geschreven. Het is alsof ik erbij was. Al ben ik blij dat ik niet in mijn negligeetje naar Griekse familiegeschiedenissen hoef te luisteren. Hahaha.

  2. Ik vind cactussen wel leuk en zo makkelijk in onderhoud. De rest vergeet ik altijd op tijd water te geven. Bloeien doen ze bij mij (nog) niet….. ach ze zal wel wat gewend zijn wel lief toch zo’n zakdoekje…….

    1. Net zoals ik kan genieten van jouw foto’s, Louka! Jij moet nog een weekje wachten op het Pasen zoals wij dat nooit hebben meegemaakt, maar een vredige Holy Week wens ik jou alvast toe.

  3. Een bloeiende cactus vind ik toch wel iets hebben, ook al ben ik niet echt een liefhebber. En jij kreeg er gratis nog een leuke ochtend bij.😉

      1. We hebben alvast drie kleine paaseitjes in huis. Ze zaten bij een met de bakfiets aan huis geleverd boek van een lokale boekhandel. Dochter is veganiste, ik offer me op. Dat doen moeders toch hé? 🙂

Reacties zijn gesloten.